Het persen

Meestal gaat de overgang van ontsluitingsweeën naar persweeën geleidelijk; je merkt dat je tijdens een wee steeds meer drukgevoel ervaart op de bekkenbodem; het voelt alsof je erg nodig naar de wc moet.

Pershoudingen
Er zijn verschillende houdingen waarin je kan persen. In onze westerse cultuur is liggend of halfzittend in bed de meest gebruikte houding, welke is ontstaan toen (mannelijke) artsen zich meer met de bevalling gingen bezighouden. Deze houding biedt voor de begeleiders goed zicht op hetgeen er van ‘onderen’ gebeurt. Een natuurlijker en logischere houding is gehurkt persen; het bekken neemt de meest gunstige vorm aan en de zwaartekracht werkt zo ook mee.
Ook hierbij geldt luister naar je lijf, en neem een houding aan die voor jou op dat moment natuurlijk voelt.

Liggend, halfzittend, staand, gehurkt of op de baarkruk, op handen en knieën; zoek een houding waar jij je goed bij voelt en je kunt meegaan in hetgeen erin je lijf gebeurt.

Wat gebeurt er?
Tijdens het persen wordt je kind de baarmoeder uit, het geboortekanaal in geduwd, waardoor dit langzaam wordt opgerekt. Daarbij moet je kind ook nog een bochtje om het schaambot maken. Hoe snel het persen gaat hangt af van veel factoren: de frequentie en kracht van de weeën, de wijze waarop het hoofdje het baringskanaal indaalt en de verhouding tussen bekken en hoofd. Maar ook de energie waarmee jij perst en de stugheid van de spieren rond het baringskanaal. Bij een eerste kind kan het persen wel zo’n 1½  uur duren.

Gaandeweg zul je wellicht gaan ervaren dat je het hoofdje tijdens een wee dieper voelt komen, en dat wanneer de wee stopt, je het hoofdje weer wat terug voelt zakken. Beetje bij beetje nadert je kind de bekkenbodem. Op een gegeven moment zakt het hoofdje niet meer zo makkelijk terug; wij zien dan in de vulva-opening ook een stukje van het hoofd verschijnen. Als je wilt kun je dat zelf ook zien met een spiegel of even voelen.

Het hoofdje staat’ als het buiten de wee om niet meer terugzakt en de bovenkant van het hoofd in de vulva zichtbaar blijft. Het schrijnt, brandt en voelt alsof je op klappen staat. Je kind wordt bijna geboren! Het is dan belangrijk dat je goed luistert naar wat je verloskundige zegt. Meestal zal ze je vragen zachtjes te duwen en dan weer even te puffen. Hierdoor kan ook het laatste stukje van het baringskanaal oprekken en wordt het hoofd met gedoseerde kracht geboren. In dezelfde wee of de wee erna volgen -doorgaans vlot- de schouders en het lijfje en voel en zie je je kind voor het eerst buiten jouw lichaam!

De geboorte van de placenta
Na de geboorte van je kind, kun je nog weeën voelen. Door deze samentrekkingen van de baarmoeder wordt de placenta (moederkoek) losgewoeld. Doordat je kindje op je licht komt er al wat oxytocine vrij wat een extra hormonale stimulans is om je baarmoeder goed te doen laten samentrekken. Er komt nog meer oxytocine vrij wanneer je kindje aan de borst drinkt! Vaak maakt je kindje al gauw zoekbewegingen, een teken dat het je borst zoekt! Als je een kind zijn gang zou laten gaan zou het zelf de borst vinden en beginnen met zuigen. Meestal helpen we een handje!
Natuurlijk houden we wel in de gaten of het bloedverlies inderdaad beperkt blijft en je baarmoeder goed samentrekt. Bij een normale bevalling gebeurd dat eigenlijk altijd omdat je lijf gewoon fysiologisch werkt, alleen in een heel klein aantal van de gevallen wordt het bloedverlies teveel.
De placenta wordt meestal binnen een uur geboren, maar kan soms ook langer op zich laten wachten. Zolang het bloedverlies normaal is en je baarmoeder goed samentrekt is er geen reden voor ongerustheid. Mocht het nodig zijn kunnen we altijd een injectie met synthetisch oxytocine in je bovenbeen geven om dit proces mogelijk te bespoedigen. In een klein aantal geval zit de placenta ingegroeid in de baarmoederwand en komt niet spontaan los dan zul je alsnog naar het ziekenhuis moeten, en verwijdert de gynaecoloog in het ziekenhuis de placenta onder narcose.

De eerste momenten na de bevalling

Als alles goed is, krijg je direct na de geboorte je kind op je buik. We leggen wat warme doeken over hem heen, waarmee teveel afkoelen wordt voorkomen. Jij bent de beste kruik die er is, dus wel zullen altijd het blote lijfje op jou blote lijf leggen. Dat betekent vaak ook dat we je BH uitdoen, mocht dat niet al gebeurd zijn. Zodat je kindje op zoek kan gaan naar de borst.

Je hebt vast weleens gehoord dat baby’s na de geboorte een score krijgen. Dat is de zogenaamde Apgar-score. Deze score die we een baby toekennen na 1 minuut en na 5 minuten geeft punten voor de ademhaling, hartslag, kleur, spierspanning en reflexen. De maximale score is 10. Eigenlijk heeft het gros van de kinderen een tien. Want die doen het gewoon fantastisch. Zijn mooi roze, en liggen heerlijk bij te komen op moeders buik!

Als je daarmee instemt kijken we je kindje na verloop van tijd ook verder na waarbij ook gewicht, lengte en schedelomtrek wordt vastgesteld.

Vaak voelt je onderkantje flink beurs. Daarbij kan het ook zo zijn dat je mogelijk gescheurd bent of misschien zelfs ingeknipt. We inspecteren of en hoeveel de ‘schade’ is. Zo nodig wordt dit -na verdoving- gehecht. Dit is niet het leukste moment na de bevalling, maar het is ook wel weer fijn wanneer alles goed geneest en normaal kan functioneren!!

Als dit allemaal gedaan is, mag je even douchen of wordt je gewassen op bed. Je bed wordt verschoond, de rommel wordt opgeruimd. En dan uitrusten en gaan genieten van je kindje en je kraamtijd.  

Meer informatie vind je in de folder: het persen.