Hierbij wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat na de ovulatie de basale lichaamstemperatuur met 0,2 à 0,3 ºC stijgt tot aan de eerstvolgende menstruatie. De lichaamstemperatuur dient steeds s morgens vóór het opstaan op een vast tijdstip te worden opgenomen om deze betrouwbaar te kunnen interpreteren. Vanaf de tweede dag met de verhoogde temperatuur is het ontstaan van zwangerschap niet meer mogelijk. Bij deze methode kan dus pas achteraf het moment van de eisprong worden vastgesteld. Men dient eerst een drietal maanden dagelijks de temperatuur te meten en dit te noteren om het eigen ritme te kunnen vaststellen. Dit kan tegenwoordig ook met een zgn. thuistest, Cyclotest 2 plus® genaamd, die te koop is bij drogist of apotheek en die aan de hand van de ingevoerde persoonlijke gegevens uiteindelijk het rekenwerk verricht middels een microcomputer om bij de volgende cycli de vermoedelijk vruchtbare dagen aan te geven. Andere microcomputers voor het berekenen van de vruchtbare dagen middels de temperatuurmethode zijn de Ladycomp®, de Pearly® en de Minisophia®.